
Voetbalclubs eren hun ex-spelers op verschillende manieren. De Theo Bos- en Willem van Hanegem tribune zijn daar voorbeelden van. Ook standbeelden van spelers sieren soms het stadionplein.
Bij De Graafschap hebben we de Jan Vreman kantine. De kantine met de hoogste omzet van de Achterhoekse kroegen. We kunnen ons afvragen of Jan blij is om daarmee blijvend geëerd te zijn.
De club heeft Jan in januari in ieder geval verblijd met een afscheid. Een afscheid dat definitief lijkt te zijn. Een voorbeeld hoe men in Nederland óók omgaat met clubiconen. Want een icoon is Jan sowieso. Ook al was het alleen omdat er zich met hem een mens binnen de organisatie bewoog dat mens bleef. Bij voor- en tegenspoed, als jeugd- of hoofdtrainer en ook bij ontslag én afscheid.
Zou het zo kunnen zijn, dat we juist dáár behoefte aan hebben? Is het wellicht mogelijk dat hij juist door zijn clubgevoeligheid en trouw een bindende factor is geweest binnen een betaald voetbalorganisatie?
Uit dan lande kreeg ik de vraag wat er nu weer aan de hand is binnen het altijd onrustige superboerenfort. Als zelfs Jan Vreman niet meer terugkeert, zullen daar serieuze redenen aan ten grondslag liggen.
Dat het ene afscheid het andere niet is mag duidelijk zijn. Verschillende spelers zullen de club na dit seizoen verlaten, sommigen met gemengde gevoelens en anderen met een zucht van opluchting.
De hoop is dat er wordt gekozen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat maakt het voor de gedeeltelijk nieuw aan te stellen technische staf wat minder lastig. Het scheelt reservebankruimte en ontevredenheidsneurose.
En wat zou het betekenen als een oud-bevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten de voorzittershamer gaat hanteren op de plek waar nu een succesvol zakenman poogt afscheid te nemen, en duidelijke print achter latend. Zou het weer gaan stoeven en angoan op de Vijverberg?
Wat zeker stof heeft doen opwaaien is het aanstaande afscheid van ambassadeurs, die samen alles gegeven, afgestoken en gescandeerd hebben om de club in het land op de kaart te houden. Met een lach en een traan.
Hoe zou het trouwens zijn om afscheid te nemen van de KKD? Die vermaledijde competitie, waar jaar in jaar uit de strijd wordt aangebonden met gemankeerde jeugdteams en betaalde clubs in de marge.
Ik schrijf het expres in de tegenwoordige tijd, want de angst wéér niet te promoveren slaat toe en ik zou zo graag eens afscheid willen nemen van die angst.
Angst beknelt, ontneemt de kans op ontplooiing en zorgt op de lange duur voor berusting van hoe je het niet wilt.
En inderdaad, vaak bu’j te bange. Maar ’t wut altied weer morgen!
Gewoon stoeven en angoan dus!
Groet’n Fritz