In Canberra, Australië, je weet wel, dat land waar alles óf giftig is óf eieren legt, besluit een beschermde roofvogel dat de middenstip de ideale plek is om haar toekomst veilig te stellen. Resultaat: het hele veld op slot, voetballers in de wachtstand, en een ei dat meer rechten heeft dan de gemiddelde jeugdspeler. Maar ja, daar draait alles om natuurbescherming. Hier in Doetinchem houden we het simpel: Zebra’s op het veld, en als die al een ei leggen, dan is het per ongeluk tegen een bal aan.

En er ligt bij ons een tegeltje met de aloude wijsheid: “Blief van het gres af.” Dat is Achterhoeks voor: blijf met je poten van het heilige gras, tenzij je toevallig op klompen kampioen wordt. Maar goed, hier op de Vijverberg broedt niemand ergens op. Hier wordt gevoetbald, of op zijn minst iets wat daar op lijkt. En dat terwijl het ei nog dampend in de middencirkel ligt. Tactiek, opstelling, speelstijl? We zijn al blij als de bal niet de Zumpe in vliegt.
Natuurlijk bestaat er altijd het risico op een windei, ook daar weten we hier alles van. Die ruik je pas als het te laat is. Net als sommige zomertransfers.
Dan nog even wat anders. Zie je het voor je, in Arnhem? Daar is het net een aflevering van Heel Holland Bakt, maar dan op het gras. Ei gelegd? Check. Gekookt? Check. Goudbruin gebakken, netjes geserveerd op een porseleinen bordje met wat verse peterselie erbij? Uiteraard. En het elftal? Gewoon in anderhalve week in elkaar geflanst. Daar bouwen ze een team zoals wij hier een tijdelijke noodtribune zouden timmeren: snel, strak, en zonder dat iemand precies weet hoe het werkt. Een beetje Sturing erbij en klaar is Kees.
Daar sta je dan met je 3 uit 4 tegenover dertig kilometer verderop een start met -12, wat trouwens ook het energieniveau van menig tribunesupporter beschrijft na de zoveelste teleurstelling.
En dan hebben we nog Marinus, een man met een droom, een mening en een tijdlijn vol quotes die hij over een paar maanden liever weer wist. Zijn verbazing dat spelers wél naar Arnhem willen en niet naar ons? Goh. Misschien komt het omdat ze daar het gevoel hebben dat er iets opgebouwd wordt, terwijl wij hier vooral slopen en hopen? Of misschien ligt het wel aan onze technisch manager, je weet wel, die man die ‘aan een elftal bouwt’ alsof het IKEA-meubilair is. Alleen dan zonder handleiding. En met een schroevendraaier te weinig.
Zijn ‘competitievervalsing’ opmerking deed het daar trouwens prima als brandstof voor de haat. In het Gelredome zijn ze vast al begonnen aan een nieuw hoofdstuk: misleiding 2.0.
En eerlijk is eerlijk: waar wij in de Achterhoek een spaarpotje hebben met precies niets, bouwen ze daar van elk dubbeltje een kwartje. Binnenkort wordt er op de Korenmarkt een standbeeld onthuld van de grootste Kleintjeskamper in het betaalde voetbal: stralend, handen in de lucht, en een bordje erbij met “Hier begon het allemaal.”
Hier op het Simonsplein? Geen standbeeld voor Reuven Niemeijer. Althans, niet zolang hij nog in de buurt van het strafschopgebied verdwaalt alsof het een escape room is. Winnen WE drie keer op rij dan wordt de polonaise weer afgestoft, worden de fakkels aangestoken en is de kantine omgedoopt tot promotiebus. Voetbalfans zijn tenslotte net weerapps: onbetrouwbaar en altijd om te draaien.
Wat betreft de seizoenstart: ja, die is slecht. Zo slecht dat zelfs de grasmat zich afvraagt of het de moeite nog wel waard is om te groeien. Maar dit is De Graafschap, waar we wel vaker beginnen met veters die los zitten, een keeper die nog moet landen en een spits die de weg naar de goal alleen op Google Maps vindt. Alle ballen op Bonny Lammers dus.
De competitie is gelukkig lang. Zo lang zelfs, dat we nog genoeg tijd hebben om een illusie of twee/drie op te bouwen, die dan ergens in april alsnog vakkundig wordt afgebroken. En dat is ook precies waarom Marinus zijn uitspraken vergeven worden. Niet omdat ze raak waren, maar omdat we weten dat ze uit wanhoop geboren zijn. Het enige dat er in Arnhem echt toe doet, is geld. En laten we eerlijk zijn: dat hebben wij niet. Wat op zich fijn is, want dan kunnen we het ook niet over de balk smijten aan opgebrande bankzitters of ambitieuze middenvelders met knieproblemen.
Wat een luxe. Of nou ja… een soort luxe dan.
Aet ow ei smakelijk, met of zonder hele dooier!
Groet’n en goedgoan.
Fritz