
Hoe een burgemeester, een spandoek en vier doelpunten samen de ziel van De Graafschap onthullen.
“I’j kiekt wel noar ons, maar i’j ziet ons niet.”
Vrij vertaald van een spandoek dat het gezicht van burgemeester Mark Boumans bedekt met een zwarte balk, maar ook van de eeuwige vloek die de maffiose KNVB treft.
Soms laat een voetbalclub zien wat een stad en streek écht zijn. Niet in beleidsnota’s of raadszalen, maar op een gure zaterdagavond in Waalwijk, waar het bier regent, en iemand opnieuw een burgemeester op een spandoek heeft geschilderd met een zwarte balk over zijn ogen.
De Graafschap won met 4-1 van RKC Waalwijk en won eigenlijk een veel grotere strijd: die om het recht om onfatsoenlijk te zijn.
De burgemeester, Mark Boumans, had het allemaal nog zo keurig bedoeld. Hij aast wellicht op de vredesprijs die de FIFA en Infantino jaarlijks te vergeven heeft
“Het gedrag van sommige supporters is onacceptabel,” riep hij onlangs, met de ernst van een man die gelooft dat redelijkheid besmettelijk is. Maar redelijkheid werkt niet op De Vijverberg. Daar geldt een ander evangelie: schreeuwen is bidden, bier gooien is een vorm van gebed, en kritiek van bovenaf is brandstof.
Het antwoord kwam in spandoekvorm. Het getekende gezicht van Boumans, met een zwarte balk over zijn ogen. Niet dreigend, niet haatdragend, maar brutaal, geestig, onmiskenbaar Achterhoeks. Een teken van ironische onafhankelijkheid: “Wi’j luustert wel, moar wi’j blieft wie wi’j zun.”
Twee minuten na de aftrap jongleerde Boerenburgemeester Bouke Boersma werkelijk subliem de bal de kruising in. Een doelpunt dat voelde als een volksverklaring. Het supportersvak ontplofte in geluid en bierdruppels. Alles wat “niet te tolereren” was, bleek plots de brandstof voor een zeldzaam mooie avond.
De Graafschap speelde daarna zoals de supporters bléren: ongenuanceerd, vol overtuiging en wars van protocol. RKC werd meegesleurd in een storm van blauwe emotie. Met de hulp van paal, lat, Wieggerse weerstanden én vier doelpunten later was het stadion een mix van triomf en zelfspot.
Zelfspot met die zwarte balk als icoon.
Het meest ironische is dat Boumans waarschijnlijk precies dat soort passie bedoelde toen hij sprak over “gemeenschapszin”. Hij had alleen niet verwacht dat die zin ook kon klinken als een collectieve brul.
De zwarte balk op het spandoek is geen belediging, maar een symbool van een club die weigert om te worden gladgestreken. In een tijd waarin alles moet deugen, is De Graafschap een herinnering aan wat er gebeurt als mensen nog écht iets voelen.
Want daar moet het om gaan in de Achterhoek: niet om correct gedrag, maar om karakter.
Deze club is geen visitekaartje, maar een spiegel van de streek en een vuist die zegt: “Wi-j bunt ’r nog.”
Het Achterhoeks bloed, zweet en tranen vermengt met een uit Katwijk gekatapulteerde look-a-like van Jan Wouters. Juist ja, ik bedoel Jason Meerstadt.
Wat zich in Waalwijk afspeelde, was meer dan een voetbalwedstrijd. Het was een botsing tussen twee werelden die elkaar wel kennen, maar zelden begrijpen. Aan de ene kant de bestuurder, die gelooft in regels, verantwoordelijkheid en fatsoen. Aan de andere kant de tribune, die leeft van gevoel, van overdrijving en ongefilterde menselijkheid.
De burgemeester vertegenwoordigt de samenleving zoals die op papier hoort te zijn; De Graafschap vertegenwoordigt de samenleving zoals ze werkelijk is: luid, onstuimig, te veel, maar tenminste écht.
Voetbal is in Doetinchem het laatste reservaat van de ongecensureerde emotie. Een plek waar mensen nog mogen schreeuwen, struikelen, overdrijven, zonder eerst een gedragscode te ondertekenen. En misschien is dat precies waarom onze club, hoe middelmatig soms ook, van levensbelang blijft.
De zwarte balk bedekt de ogen van de burgemeester, maar onthult de ziel van de stad. Niet netjes, niet “maatschappelijk verantwoord”, maar levend, luid en koppig trouw aan zichzelf.
Echte Superboeren zullen altijd blijven springen……én schuren, dat is precies waarom onze volksclub nog bestaat.
En Bouke Boersma? Die mag vanaf nu elke gemeenteraadsvergadering openen met een paar simpele woorden: “Zo, Mark, dit was wél te tolereren.”
Goedgoan en groet’n
Fritz