We kijken elkaar aan en zien ons weer zitten. Om de veertien dagen kijken naar de noeste schoffelaars in de rust. Aan het begin van een weer een nieuw, hoopvol seizoen. Nog één mager jaar, want na zeven magere- komen zeven vette jaren.
De spelers zijn fris geknipt en geschoren, spreken soms een andere taal dan het Nederlands. Er is zelfs een YouTube video verschenen waarin ze onder een partytent staan te schaterlachen met een sponsor die voor een goede 600 euro op een te ruime trainingsbroek staat.
Er zijn interviews geweest met spelers, zaakwaarnemers, staf en directie. Met veel woorden als proces, collectief, plan, karakter, tussenjaar en geloofwaardigheid.
De nieuwe trainer heeft met zijn handen in de zakken over het trainingsveld gekeken en gezegd dat hij “goeie energie voelt, gretige spelers ziet, nog wel even naar cursus moet, aan carrièreplanning doet en als dat niet lukt terugrolt het bankwezen in”

We weten allemaal stiekem wel hoe dit afloopt. We gaan straks op een vrijdagavond in oktober in Wijdewormer met 1-0 verliezen van Jong AZ. In een wedstrijd waarin we zes keer op goal schieten, drie keer buitenspel staan, en onze linksback na afloop zegt dat we “de kansen niet afmaakten.”
Alsof dat een zeldzaamheid is, echt niet dus. Bij De Graafschap is dát het speelplan. Niet alleen maar achteruitlopen, één kans missen, en dan verliezen van iemand met rugnummer 73 die doordeweeks een studie sportmanagement volgt.
En tóch — en dat is het rare — zitten we daar weer. Niet voor de TV, nee, op De Vijverberg. Naast die ene man met de lange jas die altijd wat roept over “gretigheid en vroeger was alles beter, zelfs de gehaktballen” Naast die vrouw die tweewekelijks een appeltaart meeneemt, of iets dat erop lijkt. Naast die gozer die al vanaf de warming-up roept dat de spits er niets van bakt, of het moet die appeltaart of gehaktbal zijn. En meestal heeft hij nog gelijk ook.
Want dat beste mensen, ís wat De Graafschap is. Het is geen club die je kiest. Het is een club die je overkomt. Je wordt ermee geboren en het hoort bij je opvoeding, of je rolt erin na een verkeerde afslag in je jeugd. En áls je er eenmaal in zit, kom je er nooit meer uit, nooit. Zelfs niet als je het probeert, áls je dat al durft.
We gaan straks misschien weer naar zo’n gastvrije uitwedstrijd waar je tussen betonblokken staat met koude handen, en je kijkt naar een elftal dat met de beste wil van de wereld ineens niet meer lijkt te weten wat een opbouw is.
En tóch blijf je kijken. En je juicht. En je hoopt. Terwijl je voelt dat je iets mist. Want ergens, heel diep weggestopt, zit nog altijd dat belachelijke idee: dit jaar zou het zomaar kunnen gebeuren.
Niet omdat de selectie ineens top is, wel jong en veelbelovend en hunkerend naar wat routine.
Niet omdat het beleid zo strak is, dat bepaalt de legerleiding
Niet omdat we tactisch beter zijn geworden, dat wordt bepaald door de kroonprins van het trainersgilde.
Niet omdat we zo’n unieke clubcultuur hebben.
Niet omdat een toevallig kritische columnist uitgescholden en bedreigd wordt.
Maar gewoon, omdat we dat willen geloven.
En dát is wat ons bindt. Niet de prijzenkast. Niet de roem. Maar het eeuwige, koppige geloof in het onmogelijke. Het feit dat we, ondanks alles, toch een seizoenkaart kopen. Wéér naar die podcast luisteren. Wéér tegen onze vrienden zeggen: “Ik weet het niet hoor, die nieuwe spits heeft wel iets, maar hij krijgt geen aanvoer.”
Dus ja, het seizoen begint. En het kan zo maar zijn dat het wéér een rommeltje wordt. Maar dan nog, het is óns rommeltje. En we houden ervan. Stuur de hunkering door naar die ene vriend die elk seizoen zegt dat hij dit jaar écht wegblijft. En onthoud één ding:
Bij De Graafschap hopen we niet op promotie. We hopen op géén complete ineenstorting vóór de winterstop, die met ontslag en dito vergoeding gepaard gaat. En we hopen op de terugkeer van de radiostem van Vidal Horjus in een paars feestcolbert. En als dat lukt, hebben we alweer gewonnen.
Tot de volgende.
Blief gewoon hopen en deurschoffelen. Want stoppen is ook weer zo definitief, ok al hol ie niet van appeltaart of gehaktballen.
Bedankt veur ’t lèèzen.
Goedgoan!
Fritz