Al zeven seizoenen een competitie met Gijs, Lyanu en Jelle, die ons meer leert dan negentig minuten ooit kunnen bevatten.

Er is iets wonderlijks aan de Bijzondere Eredivisie. En dan bedoel ik inderdaad niet dat het een bijzondere is, omdat er spelers rondlopen met een beperking, dat woord klinkt sowieso alsof het over minder gaat. Het is de enige voetbalcompetitie is die niet vastzit aan het verstikkende cynisme dat het moderne profvoetbal is gaan bepalen.
Geen miljoenencontracten, geen transfergeruchten die als een slecht geschreven soap door de sportkanalen razen, geen VAR-discussies die iedere vorm van spontaniteit uit het spel slopen. Alleen voetbal. En mensen. En plezier van Nathan, Thien en Ronnie.
Toch hoor je er buiten een incidenteel nieuwsbericht beschamend weinig over. Terwijl deze competitie precies dát laat zien waar we zogenaamd zo naar verlangen: sport die weer eens echt mag zijn. Waar het gaat om meedoen zonder marketingplan, om winnen zonder winstbejag, om verliezen zonder drama-queens en dure advocaten.
Maar misschien is dat wel precies het probleem. De Bijzondere Eredivisie houdt ons een spiegel voor die we liever vermijden.
Want wat zegt het over het gewone voetbal, of over onszelf, dat een competitie die draait om inclusiviteit, gemeenschapszin en ongefilterd enthousiasme zo weinig aandacht krijgt? Dat we liever kijken naar een Champions League-wedstrijd waarin spelers struikelen over hun eigen ego’s dan naar een potje waar elke goal wordt gevierd alsof het de eerste van de mensheid is?
Het is best wrang: we roepen massaal dat sport verbroedert, dat iedereen mee moet kunnen doen, dat voetbal voor iedereen is, maar zodra het moment daar is om dat te laten zien, zitten we met z’n allen toch weer met chips op de bank naar dezelfde voorspelbare topclubs te kijken.
De Bijzondere Eredivisie met Colin, Dieger en Dilana, vraagt van ons geen medelijden, geen liefdadigheidsreflex, maar aandacht. En die aandacht, en dan bedoel ik niet alleen de aandacht van bijvoorbeeld Odette, verdienen de spelers niet omdat ze ‘anders’ zouden zijn, maar omdat ze precies doen wat wij kwijt zijn geraakt: spelen met overgave.
Misschien is dat wel de scherpste conclusie: de Bijzondere Eredivisie met Jesper, Jop en Mees, is niet bijzonder omdat de spelers anders zijn, maar omdat de rest van de voetbalwereld dat juist wél is geworden, opgeblazen, vermarkt, uitgewoond.
Wie échte liefde voor het spel zoekt, moet dus niet verder omhoogkijken, maar opzij. Daar kijken waar het voetbal nog leeft zoals het ooit bedoeld was. Waar ‘bijzonder’ stiekem heel gewoon zou moeten zijn.
En dát het zo is blijkt aankomende zondag 7 december op de Vijverberg vanaf 11.30 met de G-Teams van De Graafschap, VVV Venlo, FC Emmen en PEC Zwolle.
Gaon kieken dus, kos niks!
Groet’n en goedgaon!
Fritz